Steeds meer steden zijn bezig om de locaties van diverse flitsbezorgers uit hun (binnen)stad te weren. Deze zogeheten ‘dark stores’ bevinden zich nu nog vaak in straten waar ook gewoond wordt, of waar zich enkele winkels bevinden. Op een locatie van een flitsbezorger kun je alleen niet zelf je boodschappen doen, maar is het met name de plek waarvandaan fietsbezorgers producten halen die ze vervolgens – binnen 5 tot 10 minuten, zo is de claim – op de plaats van bestemming weer afleveren. Bewoners van deze straten of naastgelegen straten klagen regelmatig over de aanwezigheid van deze dark stores, omdat ze volgens de klagers overlast veroorzaken. De klachten betreffen met name de hoeveelheid fietsen voor de deur, waardoor de straat geblokkeerd wordt, maar ook klagen zij over intimidatie of een gevoel van onveiligheid als er groepen bezorgers rond de winkel hangen, wachtend op nieuwe bestellingen. Net als de Nutella-winkels, toeristenshops en growshops, vaak niet het soort winkel dat een gemeentebestuur graag ziet in een woon- of winkelstraat.

Om die reden hebben meerdere steden inmiddels een voorbereidingsbesluit genomen, of in de maak, waardoor het onmogelijk wordt om nieuwe dark stores te openen. Een voorbereidingsbesluit is een besluit waarbij een wijziging van een bestemmingsplan – of een nieuw bestemmingsplan – wordt aangekondigd. Als de wijziging inhoudt dat iets wat nu mogelijk is, dadelijk niet meer mogelijk is, wordt met een voorbereidingsbesluit de situatie als het ware ‘bevroren’ en mogen er – vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wijziging – geen nieuwe situaties gecreëerd worden die dus nu dus nog wel mogelijk zijn.

In een uitspraak onlangs van de voorzieningenrechter in Den Haag op 25 februari 2022, heeft deze geoordeeld dat een flitsbezorgdienst geen detailhandel is zoals bedoeld in het ter plaatste geldende bestemmingsplan. De voorzieningenrechter hield daarbij zeer letterlijk de tekst aan van het bestemmingsplan, waarin onder meer stond dat de “uitstalling ter verkoop” een wezenlijk onderdeel vormt van de definitie van detailhandel, zoals die voorkomt in het bestemmingsplan. De gemeente Oegstgeest had een preventieve last onder dwangsom afgegeven op basis van deze definitie en stelde dat er geen filiaal van de flitsbezorger mocht komen in een specifiek winkelstraat, omdat het bestemmingsplan daar alleen detailhandel toestaat. Nu de gemeente flitsbezorging geen detailhandel acht zou er sprake zijn van een mogelijk overtreding, en om die reden heeft zij de last onder dwangsom afgegeven. De voorzieningenrechter was het eens met de gemeente.

De vraag is nog wel relevant of deze uitspraak tijdens een bodemprocedure stand houdt en of dit voldoende is om de al gevestigde dark stores in andere steden hiermee ook aan te pakken. Zijn reeds gevestigde dark stores in overtreding van het bestemmingsplan? De beantwoording van deze vraag hangt mede af van de ruimte die de begripsbepaling ‘detailhandel’ geeft binnen een bestemmingsplan. Wordt ongetwijfeld vervolgd!