Als je een omgevingsvergunning, of een ander soort vergunning aanvraagt, kan deze worden vergund of afgewezen door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag is vaak de gemeente, maar kan ook de provincie, het waterschap of de Rijksoverheid zijn. Mocht dit gebeuren, kun je gebruik maken van je rechtsbescherming en in bezwaar of beroep gaan.
Goed om te weten: bezwaar maken doe je altijd bij het orgaan dat ook de vergunning heeft toe- of afgewezen, in beroep gaan doe je bij de rechtbank of de Raad van State.
Je kunt soms ook bezwaar maken als niet jij de vergunning hebt aangevraagd, maar als dit gebeurd is door de buren of als het een vergunning betreft voor een project dat zich vlak bij jouw huis bevindt. Dan ben je belanghebbende en mag je ook je bezwaargronden indienen.
Let op: vlakbij betekent soms op zichtafstand (je kunt de locatie zien), maar dat kan ook betekenen dat het vergunde project gevolgen zal hebben die jij ook zal merken.
Een voorbeeld dat dit duidelijker kan maken is de volgende: dicht in de buurt van jouw woning gaat de gemeente een vuilstort openen. Je kunt de vuilstort niet zien vanaf je woning, maar de weg daarna toe loopt vlak langs jouw huis. De gevolgen van deze vuilstort is dus dat het (zware) verkeer door jouw straat flink zal toenemen. In dat geval ben je dus een belanghebbende.
In bezwaar- en beroepsprocedures is het van het grootste belang dat je goed alle termijnen in de gaten houdt, omdat deze onverbiddelijk zijn! Je hebt maar 6 weken om in bezwaar of beroep te gaan en als je deze termijn overschrijdt, gaat je beurt voorbij.